Jeroen Meijs
De museale beelden van Jeroen Meijs ( Maastricht, 1963) zijn indrukwekkend van formaat maar vooral de sfeer die deze oproepen zal een onuitwisbare indruk achterlaten. Hij speelt graag met de werkelijkheid zoals wij die denken te kennen, maar door die werkelijkheid aan ongebruikelijke transformaties bloot te stellen geeft hij ons weer een duwtje in tegengestelde richting en wrikt daarmee aan ons 'denken en weten'.
Grote koppen van kleine kinderen spelen een belangrijke rol in zijn oeuvre. Het gaat daarbij niet zozeer over wát hij afbeeldt, maar over hoe je je als kijker tot zijn kunstwerken verhoudt. Hij intensiveert graag de zintuiglijke ervaring die kinderen van nature hebben, maar die wij als volwassenen vaak kwijtraken.
Gevoelsmatig zijn veel van zijn sculpturen daarom té groot, té aanwezig, té hard, té leeg, té zwaar, té vreemd, té koud, misschien wel té veel voor ons grote mensen. Maar ook indrukwekkend mooi door het gebruik van prachtige materialen en zijn verbluffende technische vaardigheden. Door dit fysiek overweldigende gevoel letterlijk in het onschuldige uiterlijk van een kind te gieten ontstaat een vervreemdend effect. Je wordt uit je comfort zone gehaald en de ruimte die dat schept in je beleving biedt meerdere manieren om te interpreteren en te verwonderen.